Hilversum

In vier wijken krijgen wijkbewoners begeleiding direct van de binnen de wijk samenwerkende organisaties en de Wmo-medewerkers van de gemeente. De samenwerking resulteert in ontschotting en kortere lijnen tussen de organisaties, meer ondersteuning vanuit vrijwilligersinitiatieven in de wijk en efficiënte koppeling van hulpvraag aan hulpverlener. 

Hoe verloopt het proces? Waar zien respondenten kansen? Waar zit sentiment? Wat zijn klant-ervaringen? Met tientallen wijkhulpverleners, medewerkers Sociaal Plein en inwoners van Hilversum zijn diepte-interviews gevoerd. Dat gebeurde in vier rondes in een periode van twee jaar.

Werkwijze: Met alle partijen is in 1-op-1 gesprekken uitvoerig gesproken over het wijkgericht werk: met wijkhulpverleners en medewerkers over de samenwerking  en met inwoners over de dienstverlening.    

Uitkomsten: De korte lijntjes zorgen ervoor dat aanvragen voor begeleiding snel en adequaat worden opgepakt en afgehandeld. De hands on-mentaliteit van de meeste professionals helpt daarbij, de professionals spreken daar op een positieve manier over. Ze voelen dezelfde spirit bij teamcollega’s van andere organisaties; ze zijn daar ook positief over, dat is in de meeste gesprekken aan de orde gekomen. Sommige medewerkers zeggen trots te zijn op het werk dat ze doen in de wijk. Begeleiding in de wijk is niet meer weg te denken, zegt iemand. Een ander zegt: we zijn ook herkenbaarder geworden in de wijk en we krijgen meer voor elkaar. Deze werkwijze wordt het model van de toekomst genoemd. 

Tegelijkertijd zijn er zorgen over de continuïteit van begeleiding in de wijk. De professionals noemen bijvoorbeeld het ontbreken van duidelijke en ingesleten werkafspraken in het team en met het Sociaal Plein, een voor iedereen toegankelijke administratie, capaciteit (vervanging bij ziekte en vacatures) en een werkplek in de wijk. In elke wijk speelt minimaal één van deze punten. 

Sommige professionals werken bij gebrek aan een systeem met een eigen systeem dat bij de collega’s niet bekend is en ook niet geraadpleegd kan worden als deze collega uitvalt. Het wordt als een gemis ervaren dat er geen gezamenlijk te gebruiken systeem voorhanden is voor het cliëntcontact.